Het Dokje van Perry in Vlissingen is het oudste bewaard gebleven droogdok van Nederland en een van de oudste van West-Europa. Het is gebouwd in de jaren 1704-1705 naar een ontwerp van Engelsman John Perry uit 1697. Sinds 1964 geniet het dokje een beschermde status als rijksmonument hetgeen niet heeft verhinderd dat het droogdok in 1974 onder de grond is gewerkt.
In 2010 is het dok weer uitgegraven en is begonnen met de restauratie. De kade langs de westzijde van het dok kreeg als straatnaam Dok van Perry.
Al vrij snel na de ingebruikneming van het droogdok traden er problemen op. Zo werd al in 1707 geconstateerd dat het hout te lijden had onder de paalworm. Een ander probleem was dat de deuren aan de kant van de Dokhaven niet in staat waren grote waterdruk te doorstaan zodat tijdens het dokken het waterpeil in de Dokhaven laag gehouden moest worden.
1737
In 1737 begon het droogdok ernstige gebreken te vertonen. Eerst ontstond een lekkage bij de deuren en later aan de kant van de stenen beer. Reparaties werden uitgevoerd maar in 1744 werd geconstateerd dat de houten balken wederom waren aangetast door de paalworm en een jaar later werd het dokje buiten gebruik gesteld. Zowel in de 18de eeuw als in de Franse tijd werden er plannen gemaakt om het droogdok te herstellen, maar de hoge kosten verhinderden dat.
2003-Heden
Het terrein waar het Dokje van Perry begraven lag was tot 2003 eigendom van De Schelde en is daarna overgegaan naar de gemeente Vlissingen. Op het terrein verrijst een nieuwe woonwijk, het Scheldekwartier, met als middelpunt het Dokje van Perry. In maart 2007 werd na de sloop van de gebouwen het dok deels uitgegraven voor technisch onderzoek. Nadat er een damwand omheen was geslagen en de financiering rond was, kon het dok vanaf oktober 2010 geheel worden uitgegraven en gerestaureerd. Een maand later begon ook de bouw van het eerste woonblok van de nieuwe woonwijk. Het gerestaureerde Dokje van Perry werd in augustus 2013 geopend door Pieter van Vollenhoven.
Bron: Wikipedia