(ontleend aan Druenen, Peter van; Vissers, Kapers, arbeiders; Vlissingen 700 jaar stadsrechten.)
Aan het einde van de 16e eeuw was Vlissingen getuige van een periode van intense tegenspoed. Hongersnood en werkloosheid hielden de stad in hun greep, terwijl de handel kwijnde en de Spaanse bezetter Vlissingen dwong om vreemde garnizoenen te huisvesten. De bevolking werd geconfronteerd met een opeenstapeling van belastingen, wat de algehele malaise versterkte.
Onder leiding van Alva begon de bouw van een citadel, en de aankondiging van de komst van 1000 Spaanse soldaten om de stad onder controle te houden, wakkerde de onvrede verder aan. De Vlissingers besloten dat het genoeg was en kwamen in opstand tegen de onderdrukking. ons verhaal begint op Paaszondag, 6 april 1572 in Vlissingen, bereikte de spanning haar hoogtepunt en brak de opstand uit.
De bevolking van Vlissingen, geteisterd door economische tegenspoed en de druk van de Spaanse overheersing, durfde niet langer te zwijgen. Op die beslissende dag in de geschiedenis van de stad verzamelden de Vlissingers zich en weerstonden ze de dreiging van Alva’s troepen.
De opstand markeerde een keerpunt voor Vlissingen, waar de vastberadenheid van de bevolking de overheersing tartte. De gebeurtenissen op Paaszondag zouden een blijvende impact hebben op de stad en haar strijd voor vrijheid en autonomie. Het was een cruciaal moment waarop de Vlissingers, ondanks de ontberingen, hun moed toonden en zich verzetten tegen de onrechtvaardigheid die hen was opgelegd.
Bekijk hier Vlissingen 1572